Het pastoorsportret van pastoor van Houtum
Dit schilderij is eigendom van de rk kerk Sint Petrus’ Banden en is tijdelijk in bruikleen gegeven aan Stadsherstel om in De Hoop op te hangen, zodat het voor bezoekers te bezichtigen is.
De kosten van de restauratie zijn gedragen door enkele parochianen, een pastor en de Historische Kring Diemen.
Oleografie, foto of toch gewoon een olieverfschilderij?
Het portret van pastoor Van Houtem in 1828 geschilderd door Otto de Boer, is in de zomer/herfst van 2016 gerestaureerd door Richard Hartskeerl uit Haarlem. Hij heeft het schilderij schoongemaakt, opnieuw bedoekt, de verdwenen verfdeeltjes opgevuld en het geheel gevernist. (zie afb. 1)
Gedurende het restauratieproces vertelde hij me dat hij het schilderij een vreemd geval vond. Met name de gelige ondergrond, in combinatie met zwart/witte tinten, en de schaduwpartijen in het gezicht, zonder penseelstreken, deden hem denken aan een druktechniek, op het eerste gezicht zelfs aan een foto. Gezien de datering is een foto echter uitgesloten.
Op de nu neutrale achtergrond waren oorspronkelijk planken met boeken te zien. Hartskeerl trof nog een klein deel aan. Mogelijk dat bij het overschilderen van de achtergrond de signatuur en datering van Otto de Boer verdwenen zijn. Gewoonlijk signeerde en dateerde hij langs de bovenrand. Mogelijk om deze reden zijn op de achterkant van de lijst deze gegevens ingekrast.
Ook de kleuren op het gelaat en handen van de pastoor zijn later aangebracht.
Was het dan wellicht een oleografie, oftewel een chromolithografie/kleurensteendruk?
Noor van Mens en Jaap Haag, oud-bestuursleden van de Historische Kring Diemen, waren bereid het portret in ogenschouw te nemen en concludeerden dat het toch gewoon een geschilderd portret is omdat bij een foto de schaduwen in het gezicht en rond het hoofd anders zouden vallen.
Papierrestaurator van het Rijksmuseum, Dionysia Christoforou, was zo vriendelijk naar Diemen te komen om het schilderij te onderzoeken. Hoewel het verschil tussen olieverf en olie-inkt moeilijk is te zien, moet Otto de Boer toch echt olieverf gebruikt hebben omdat met een sterke loep toch heel fijne penseelstreepjes te zien waren. De daar aangebrachte verf was dus geen drukinkt maar heel dun uitgestreken olieverf.
De techniek van de oleografie bestond vanaf circa 1840. Men probeerde zo schilderijen te imiteren. Ons portret dateert uit 1828 en dit is dus sowieso te vroeg voor een oleografie. Daarnaast is het de bedoeling van de oleografie om meerdere afdrukken te maken en dat zal in het geval van het portret van pastoor Van Houtem niet de opzet geweest zijn.
Zij gaf als verklaring voor de gelige ondergrond dat Otto de Boer mogelijk eerst een krijttekening gemaakt heeft van de pastoor.
Toch kon zij geen bindende uitspraken doen over het uitsluiten van bepaalde druktechnieken omdat zij het schilderij pas zag toen het al gerestaureerd was. Daarbij zijn er nieuwe verflagen over aangebracht waardoor de oorspronkelijke situatie niet meer goed zichtbaar is.