Koninklijke doortocht
“Ach ja, lief Diemen,” zal de prins tegen zijn vrouw gezegd hebben. “Waar ik voor de oorlog iets te veel gas gaf en die domme vrachtwagenchauffeur niet uit zijn doppen keek.”
Op 6 september 1948 vertrok de kersverse koningin Juliana na de inhuldiging in Amsterdam met haar prins gemaal Bernhard van het paleis op de Dam naar paleis Soestdijk. De Diemer Courant van 11 september 1948 doet verslag van de het koninklijke afscheid van Amsterdam: “Op de grens van de gemeente, in Diemen nam burgemeester d’Áilly van Amsterdam afscheid van de vorstin. Koningin Juliana dankte de burgemeester en hoofdcommissaris Kaasjager, die eveneens aanwezig was, hartelijk. Op twaalf minuten over negen nam de rijkspolitie het escorte van de gemeentepolitie over voor de verdere tocht naar Soestdijk.
In Diemen hadden zich honderden mensen verzameld, om hare majesteit een groet te brengen. Reeds vanaf 8 uur stond een menigte belangstellenden langs de Hartveldseweg en Muiderstraatweg. Tegen het uur dat koningin Juliana moest passeren, leek het wel of geheel Diemen was uitgelopen. In snelle vaart werd echter naar Soestdijk gereden, waar onze jonge vorstin met haar gemaal wederom een huldiging wachtte.”