Diemen en het spoor

Op 28 juni 1896 kreeg de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM) een verzoek met een opmerkelijke motivatie van de burgemeester De Kieviet van Diemen. Deze wees erop dat “het nadelig was voor de gezondheid van reizigers om onder de blote hemel op de trein te moeten wachten, vooral wanneer zij verhit waren van de lange reis naar de halte. De burgemeester vroeg dus om twee wachthuisjes aan weerszijden van halte Kerklaan bij de huidige Ouddiemerlaan.
Een jaar later was beschutting voor verhitte reizigers harder nodig dan ooit: de wachttijden voor de treinen waren aanzienlijk toegenomen. De HIJSM had het aantal treinen richting Amersfoort dat in Diemen stopte, drastisch verminderd. In 1913 wilde de HIJSM de verliesgevende halte opheffen. Maar Diemen betoogde juist dat de dienstregeling zo slecht was dat de kinderen niet naar de scholen in Hilversum of Bussum konden. Ouders waren genoodzaakt hun kinderen naar de HBS in Zaandam te sturen ook al omdat de Amsterdamse scholen te duur waren wegens het forensentarief.
De ouders vreesden helemaal aangewezen te zijn op de Gooische Stoomtram met een lange reisduur. De protesterende gemeente Diemen schakelde nu zelfs Gedeputeerde Staten van Noord-Holland in. Maar of dat hielp?