Denkend aan de Ouddiemerlaan
Waarom uitgerekend de Bredasche Courant de Ouddiemerlaan in het in 1916 wel heel ver weg liggende Diemen opnam, is eerst onduidelijk. Onze schrijver voor deze krant beschrijft dat hij kort geleden, we praten dus november 1916, zijn lezers in gedachten meenam voor een wandeling door het centrum van Amsterdam. Het gemis aan natuurschoon wordt diep betreurd. “Het zou waarlijk geen weelde wezen, als het publiek van de hoofdstad in het bezit van meer wandelwegen en parken werd gesteld.” Gek genoeg rept hij met geen woord over het Vondelpark dat zich toch van Stadhouderskade tot aan de Amstelveenseweg uitstrekt als een park met een aaneenschakeling van bosschages met onverharde voetpaden en lanen die naadloos in elkaar overlopen. En dan was er nog een prachtig slingerende beek door het hele park. Al snel komt dan de aap uit de mouw: “In mijn jonge jaren wandelde ik door de Meer naar Diemerbrug en Oud-Diemen, vandaar naar Zeeburg en zoo weer op de stad toe.” Een wandeling in alle rust. Niets moet onze correspondent hebben van tram, trein en fiets. De dame op de foto uit de verzameling van Carel Kaskens denkt er net zo over: rustig kuieren op de Ouddiemerlaan.